Huize Klarenbeek

Landgoed Klarenbeek is ontstaan op de plek waar in 1732, op een om- en opgeleid beekdeel van de beek die vanaf Beekbergen richting de IJssel stroomt, de Grote Kopermolen Klarenbeek is opgericht. De grote vijver op het terrein dient als waterbuffer en zorgt voor continue aanvoer van water om de raderen in beweging te brengen. Naast de molen verrijst een duitenknipperij. Op de kadastrale minuuttekening van 1832 zijn maar liefst negen midden- en bovenslagraderen te zien. Vanaf 1808 is de fam. Krepel volledig eigenaar van het geheel. J.R. Krepel betrekt met zijn vrouw Everdina Hagen het in neoclassicistische stijl gebouwde “Huize Klarenbeek” waarvan de eerste steen gelegd is in 1842. In 1870 volgt een reorganisatie van het bedrijf waarbij de koperpletterij wordt vervangen door een sigarenkistenzagerij annex kuiperij. De fabriek maakt gebruik van twee reeds aangelegde stoommachines en de beschikbare waterkracht. Hout wordt aangevoerd vanuit het Beekbergerwoud en vanuit het buitenland. Vanaf 1882 kan het hout zelfs aangevoerd worden per (paarden)spoor. In 1924 wordt op de plek van de oude koperslagerij een nieuw kantoorgebouw neergezet. In oorlogstijd (vanaf 1941) worden er klompen gemaakt in het schaftlokaal. Het bestaande ketelhuis wordt in 1948 uitgebreid met een nieuw ketelhuis. Landgoed Klarenbeek heeft sinds 2024 een fabrieksmuseum in de oude “Schillerij” waar in 1930 een (boom)schilmachine geplaatst werd. De houtindustrie is tot op heden in gebruik en heeft zich als gevolg daarvan ontwikkeld met de daarbij behorende uitbreidingen en vernieuwingen van bestaande gebouwen. Het landgoed telt tien Rijksmonumenten. Een deel daarvan draagt de status van industrieel erfgoed: de zagerij, slijperij, oranjerie/koetshuis, twee ketelhuizen en twee schoorstenen, het kantoorgebouw, de tuinmanswoning en Huize Klarenbeek.