Schatkamers van Gelderland

Prehistorie

Tot 19 v.Chr.

We reizen door Gelderland in de prehistorie. Het landschap verandert. IJsmassa's duwen het land omhoog en er ontstaan stuwwallen. Door de eeuwen heen verandert het klimaat, waardoor jagen en verzamelen plaatsmaakt voor landbouw en veeteelt.

Wolharige Mammoet

38.900 jaar geleden overleden

Deze schedel is van de mammoet van Bergharen. Met een schouderhoogte van gemiddeld drie meter torende het dier hoog uit boven de prehistorische bewoners van Gelderland. De mammoet leefde op een uitgestrekte kale vlakte met kruiden en grassen, meer dan 38.000 jaar geleden. Daar liepen ook wolharige neushoorns, kuddes wilde paarden, reuzenherten en steppewisenten rond. Het dier is tussen de 45 en 50 jaar oud geworden. Het bijzondere aan de schedel is dat hij behoort tot de vijf meest complete schedels van Nederland en dat de exacte ouderdom ervan kon worden vastgesteld.

Schedel Wolharige Neushoorn

Leefde tussen 1,8 miljoen en 13.000 jaar geleden

Deze schedel, ontdekt tijdens zandwinning in de Bommelerwaard, behoort toe aan een wolharige neushoorn die minimaal 13.000 en maximaal 1,8 miljoen jaar geleden in Nederland leefde. Zijn dikke vacht beschermde hem tegen de koude, open vlakte van de steppetoendra. De neushoorn was een grazer, vaak in het gezelschap van de wolharige mammoet. Dat ze regelmatig met elkaar optrokken, blijkt uit de vele mammoet- en neushoornbotten die op dezelfde plek gevonden zijn. De neushoorn was echter geen kuddedier en leefde vaak alleen of in zeer kleine groepen.

Gereedschap

10.000-5.300 v.Chr.

Dit gereedschap is gevonden in de Achterhoek en stamt veelal uit het neolithicum oftewel de nieuwe Steentijd. Het waren essentiële gebruiksvoorwerpen om te kunnen overleven. Denk aan bijlen van vuursteen, diabaas (grunstein) of hertengewei (zoals dit exemplaat), wrijf- en klopstenen voor het bewerken van stenen gereedschappen en voorwerpen om vuur mee te kunnen maken. Zo konden zij zichzelf van warmte en eten voorzien. Deze voorwerpen werden vooral bij Zelhem en Doetinchem gevonden.

Neolithische bijl

3500-2500 v.Chr.

Deze bijl werd gevonden toen, in de jaren ’30 van de vorige eeuw, in Alverna stukken natuur gerooid werden voor gebruik in de mijnbouw. De bijl en andere vondsten bewijzen dat er rond 3000 v.Chr. al boeren woonden in en rondom Wijchen. Het object wordt ook wel de neolithische bijl genoemd. Het neolithicum, oftewel de nieuwe Steentijd, was een periode die circa 11.000 v.Chr. begon en eindigde in de Bronstijd. In deze periode veranderde er veel. De jager-verzamelaars maakten plaats voor het leven in (semi)-permanente nederzettingen, met landbouw en veeteelt.

Golfbandpot

3000-2500 v.Chr.

In 1994 werd deze golfbandpot gevonden op de Leestense enk (bij Leesten). De pot stamt uit het neolithicum (2850-2450 v.Chr.). Door de tijd heen veranderde het versieren van aardewerk voortdurend. De tijd waarin de golfbandpot gemaakt werd, noemt men de Standvoetbekerperiode. Het maakt de pot uniek omdat het de oudste aardewerken pot is die in de regio Zutphen werd opgegraven. Daarnaast is het een van de weinige complete potten van dit type dat in Nederland bekend is. In een latere periode vertoonde het aardewerk een patroon dat erg leek op prikkeldraad. De Touwbekercultuur, waarvan de Standvoetbekerperiode onderdeel was, ging over in de Wikkeldraadbekercultuur.

Stedelijk Museum Zutphen

Zutphen
Bezoek de pagina van Stedelijk Museum Zutphen

Vuurstenen dolk

2500 v.Chr.

Deze dolk werd gevonden in de grondlagen die worden toegeschreven aan de vroege ijzertijd, maar is waarschijnlijk veel ouder dan dat. Wellicht werd het hergebruikt, belangrijk in een tijd waarin niet altijd alles voorhanden was. Het is onwaarschijnlijk dat de dolk een grafgift was of bij een nederzetting hoorde, sporen daarvan zijn namelijk niet gevonden. Daarom wordt aangenomen dat deze laat-neolithische dolk door de eigenaar verloren is of bewust achtergelaten om het daar te bewaren. De dolk was geen steekwapen. Beide zijkanten zijn gekarteld, wat erop wijst dat het een gebruiksvoorwerp was.

Museum Het Valkhof

Nijmegen
Bezoek de pagina van Museum Het Valkhof

Klokbeker en schaal uit graf

2400-1900 v.Chr.

Deze klokbeker en schaal werden in 2012 ontdekt tijdens een onderzoek in de nieuwbouwwijk Assenrade te Hattem. Dat was niet alles: er werd een compleet graf ontdekt. Omdat er geen sprake was van een grafheuvel, weten we dat de begraven persoon iemand van lage sociale status geweest is. Voor personen met een sociale hoge status werd een grafheuvel gemaakt. Men noemt de periode waarin het graf ontstaan is, naar schatting tussen circa 2400-1900 v.Chr., de tijd van de Klokbekercultuur. Van deze cultuur zijn meerdere graven bekend, maar deze objecten zijn bijzonder omdat ze in zulke goede staat gevonden zijn.

Voerman Stadsmuseum Hattem

Hattem
Bezoek de pagina van Voerman Stadsmuseum Hattem

Jantje van Speuld Grafheuvel

1500 v.Chr.

Van de vrouw die omstreeks 1500 v.Chr. stierf is slechts nog een lijksilhouet over, een afdruk van haar begraven lichaam. De vrouw, gevonden bij Speuld, leefde op de Veluwe in de Bronstijd. Dat ze waarschijnlijk een vrouw was, weten we door de breedte van het bekken. Slechts een klein deel van de mensen uit de boerengehuchten (grotere dorpen bestonden destijds niet) werd begraven en daarom wordt aangenomen dat ze van bovengemiddelde status was. Het scheelde niet veel of Jantje was nooit ontdekt. Na de Tweede Wereldoorlog waren er plannen voor kazernes op de Veluwe. De Gelderse Archeologische Stichting organiseerde daarom snel een expeditie.

Crematiepot

1100-500 v.Chr.

Deze urn uit de late Bronstijd of vroege IJzertijd werd door de prehistorische bewoners van Eibergen gebruikt om een lid van hun gemeenschap te begraven. Doden werden gecremeerd en hun resten werden in crematiepotten van aardewerk gedaan. Met zijn rijke versiering is deze urn er een van uitzonderlijke kwaliteit qua omvang, vorm, afwerking en decoratie. Mogelijk behoorde hij toe aan een belangrijk persoon. In de urn zelf zitten de resten van een begraven persoon. Zo vertegenwoordigt het object zowel het erin begraven individu als de samenleving waartoe deze behoorde.

Prehistorische halssieraden

600-500 v.Chr.

Deze halsringen werden rond 1859 ontdekt in het Uddelerveen. In Europa zijn er circa 1800 gevonden, waarvan de meeste in Scandinavië en Duitsland. Aangenomen wordt dat de halsringen rond de zesde eeuw v.Chr. in het veen achtergelaten werden als een offer aan een vruchtbaarheidsgodin. Het werd vermoedelijk gedragen door vooraanstaande vrouwen die hiermee ook lieten zien wat voor waardevols ze konden offeren. Om zo’n zeldzame halsring te maken zonder het materiaal te doen scheuren of breken was veel kennis en ervaring nodig. Vanwege het heen en weer draaien wordt dit soort halsringen in het Duits ook wel Wendelring genoemd.

Speel 'Schatkamers van Gelderland' als VR game!

Stap in de virtual reality tijdmachine en reis naar Gelderland in vroegere tijden. Speur naar verdwenen historische objecten en herstel het verhaal van Gelderland.

Open de VR Game op http://www.schatkamersvangelderland.nl

Verantwoording

Deze collectie is zorgvuldig samengesteld in overleg met Gelderse erfgoedinstellingen, historici en andere specialisten. Hierbij is rekening gehouden met de historische relevantie, regionale spreiding en technische uitvoerbaarheid.

De 3D-replica's zijn digitale kopieën van de originele objecten. Tijdens het scanproces vinden digitale interpretaties plaats, waarbij kleine afwijkingen kunnen optreden.

Romeinse tijd