Pastoor C.F.B. van Rooyen, Aalten
<p>Christianus Franciscus Bonifatius van Rooyen (1876-1945) is pastoor in Aalten gedurende de periode 1916-1945. Zowel binnen als buiten de parochie is hij zeer gezien.<br>Op 15 augustus 1901 wordt hij tot priester gewijd en was sinds 1916 pastoor in Aalten. In de strak hiërarchisch georganiseerde rooms-katholieke kerk is de houding van pastoor Van Rooyen en die van zijn kapelaan Akkermans in de parochie Sint Helena tijdens de bezettingsjaren niet los te zien van de houding van de Aartsbisschop van Utrecht Jan de Jong. De herder in Utrecht verklaart zich fel tegenstander van het Nationaal Socialisme.<br>Geallieerde jachtbommenwerpers laten op zondagmiddag 28 januari 1945 rond half vier op verschillende plaatsen in de gemeente Aalten bommen vallen.<br>Tijdens de dienst in RK Kerk valt een van de bommen naast de kerk, de pastorie krijgt een voltreffer. In het kerkgebouw komen kalk, stenen en beelden naar beneden, maar het gebouw blijft wel staan. De pastorie en de sacristie daarentegen zijn vol getroffen. Onder het puin liggen pastoor Van Rooyen, zijn huishoudster Johanna Klein Rouweler, het tweede dienstmeisje Elisabeth (Betsie) Uffink en de ingekwartierde jonge Duitse onderofficier Peter Waldmann.<br>Johanna en Betsie worden van onder het puin bevrijd. Betsie is ongedeerd, Johanna is levensgevaarlijk gewond en sterft drie dagen later in het noodziekenhuis in Harreveld.Het lichaam van de pastoor wordt pas die avond tegen middernacht onder het puin gevonden. Hoogstwaarschijnlijk was hij op slag dood. Het lichaam van onderofficier Waldmann wordt in de vroege maandagochtend gevonden.<br>De begrafenis van de pastoor op 1 februari 1945 vindt onder grote belangstelling plaats Vanwege instortingsgevaar van de R.K. Kerk vindt de rouwdienst plaats in de N.H. Oude Helenakerk aan de Markt. Johanna (1887-1945) wordt op dezelfde dag begraven.<br>Met de dood van pastoor Van Rooyen verliest Aalten een zeer markante zielzorger, die algemeen geliefd was en die tijdens de oorlog ook veel respect wist af te dwingen bij de Joodse medeburgers.</p>