Brief in enveloppe. 10 augustus 1944. Aan den heer G.C. Janssen.
<p>Brief in enveloppe. 10 augustus 1944.</p> <p>Aan den heer Gerardus Christiaan Janssen.</p> <p>Per adres Machine Fabriek Boecher und Volkenborn Hohenlimburg in Westfalen.</p><p>Verzameling brieven voor Gerard Janssen die tewerkgesteld was in Duitsland.</p> <p>Per adres Dicke Eichen Hohenlimburg in Westfalen.</p><p>Een korte samenvatting van deze brief.</p><p>Een brief van Nelly en Stientje, de zussen van Gerard.</p><p>Lieve Gerard,</p><p>Met mij gaat het goed. We zitten hier te schrijven bij heerlijke pianomuziek. Ik heb even tevoren mijn vrijer afgeschreven. Het was een klootzak. Hij moet maar pater worden. Ik heb gisteren naar Dora geschreven en ook naar Jos. Ik zit nu met een moel zonder tanden. Ik lijk op een ouwe taaie. Begin september krijg ik nieuwe. Dan kan ik weer bijten. Gerard ik zou je graag eens op de chiter willen horen spelen. Als het zo door gaat zijn we allemaal weer vrijgezel. Als je straks weer naar huis komt breng dan een lekker jonkie voor mij mee. Een die ik goed de baas kan zijn. Onze Wim heeft tegenwoordig overal schijt aan. Om een meid geeft hij helemaal niets. Nu moet ik maar weer eens eindigen. Nelly.</p><p>Lieve broer Gerard,</p><p>Het gaat met mij bijzonder goed. Ik zit in het café te schrijven en Wim zit bij me te ouwehoeren op de piano. Het is me een klootzak. Het wordt tijd dat je weer naar huis komt. Zeg Gerard je moet maar eens kijken of je daar in Duitsland geen goed schepersjong voor mij kunt vinden. Heb je daar nog geen grietje opgezocht. Hier zijn ze allemaal bezet. Behalve Billeke den Bol, een fijn ding. Zij heeft de titten bijna op de grote teen hangen. Zondag komt Nelly de Haan spelen. Zonder muziek is er niets meer aan. Nu moet ik weer eindigen. Stientje.</p>