Brief van Antoon Jeuken aan de familie Aarnink, 18 januari 1940
<p>Brief van Antoon Jeuken aan de familie Aarnink, vrijwel zeker 18 januari 1940 geschreven te Handel tijdens mobilisatie datum op brief 18 januari 1939 Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden ror distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud Te Velde, 18 Januari 1939 (moet zijn 18-1-1940, red.). Lieve Tantes, Ooms, neefjes en nichtjes, Op de eerste plaats mijn hartelijke dank voor de felicitatiebrieven van Tantes Marie, Gerarda en Oom Willem. Ik vond het buitengewoon leuk weer eens iets uit Loenen te vernemen. Tante Marie, Antoon zal ik schrijven. Ja, de verloven zijn ingetrokken - doch naar mijn bescheiden oordeel ziet de toestand er momenteel niet zo kritiek uit als 11 November, alhoewel ik deze intrekking reeds een paar weken verwacht heb. ’t Humeur van de jongens is buitengewoon goed en de stemming heeft er niets onder te lijden. Zondag en Maandag j.l. ben ik met verlof geweest en Gonda heeft die 2 dagen bij ons doorgebracht. Wat ik genoten heb, dat kunt u zich voorstellen. ‘t Was 2 dagen feest. Zondagmiddag zijn we met 2 broers en een schoonzus van haar + Nelly, Igo, Gerard in Lent wezen schaatsenrijden. ’t Was pas de 2e keer dat ik deze winter de schaatsen onder had, maar ’t was af. En rijden dat ze kan, heerlijk hoor! Zondagavond mijn verjaringsfuif. Van Vader en Moeder heb ik een gouden zegelring gekregen en van Gonda een pullover, lekker warm natuurlijk. In de vasten mag ik niet in Twello komen, en dan ben ik van plan ook ’ns een dagje in Loenen aan te wapperen. Tante Gerarda, stel het kopen van de schilderijlijst maar even uit - misschien kunnen we dat samen wel gaan doen - zaken zijn zaken en daar kan Vader Debets natuurlijk ook niet veel aan doen, gemeen hè! De winter is bar koud en het wacht kloppen valt natuurlijk lang niet mee. Dinsdagmorgen na m’n verlof ben ik blijven liggen en liet den dokter roepen. (Ik denk, dat ik te veel gehamsterd heb.) ’n Kleine bezetting op de borst - de kou wou niet loskomen. Morgen moet ik weer dienst doen, dus al weer vlug genezen. Oppassen is voor mij nu eenmaal de boodschap. Verder voel ik me nog goed gezond, dankzij de liefde natuurlijk. Nieuws is hier in dit gat uiteraard niet - alleen dat men van het bataljonsbureau een stelletje vuurplannen gestolen heeft en vannacht een onderofficierenbarak is afgebrand. We zullen maar hopen dat die diefstal geen verdere politieke gevolgen heeft. Lieve Ooms en Tantes, nogmaals mijn hart. dank voor uw gelukwensen. Ontvangt allen mijn hart. groeten als steeds van Uw liefh. neef, Antoon. A. Jeuken 2- III -17 RI 3e sectie Veldpost 3 </p>